“Walk besides the paths”
“Oeh!” “O my!” “Whoohoo!” “Oh I can’t do this…”
Afgelopen najaar was ik in Akureyri – in het noorden van IJsland – voor een vijfdaagse retreat met yoga en hiking. Een paar minuten voordat deze kreten klonken, waren we uit het busje gestapt. We begonnen aan de activiteit waar ik me het meest op had verheugd: de langste hike van de week. Die ochtend had het wat geregend en de mist hing nog op de kliffen waar we over zouden wandelen. De aarde en de rotsen waren dus nat en glibberig.
In mijn hoofd komt dan altijd het album van Bon Jovi boven: Slippery When Wet. Met de eerste klanken van You Give Love A Bad Name.
Bij onze begeleider kwam een andere wijsheid boven. Een waar je niks aan hebt tijdens een pubquiz of een potje Triviant, maar wellicht veel handiger is om te weten: “Walk besides the paths. It’s much less slippery there. Your shoes will find some grip.”
De wandeling was perfect door de een sneeuwbui, de herfstkleuren en het uitzicht. De tip knoopte ik in mijn oren, want deze hoor je niet vaak.
“Blijf op de paden”
Ook als ik in Nederland door de bossen loop, denk ik regelmatig terug aan deze uitspraak: “Loop naast de paden om grip te hebben.” Na hevige regenval kunnen de kleigronden van Zeeland, maar ook de bossen elders in Nederland, flink glad zijn. De kleine planten en kiezels in de berm van het pad geven dan net dat beetje meer grip dat je nodig hebt om niet uit te glijden. Het werkt ook op grindpaden, waar net naast de route van de meeste mensen de grotere stenen liggen en de wortels van bomen zorgen voor relief.
Het voelt eigenwijs en creatief. Soms zelfs alsof ik iets doe wat niet hoort. Zou dat komen door de bordjes waarop staat dat je vooral óp de paden moet lopen? Ik snap wat daarmee bedoelt wordt, maar net naast het pad lopen voelt als een ontdekkingstocht met controle.
Naast de paden op de werkdag
Op een gemiddelde werkdag, wandel ik niet over kliffen en door bossen. Ik zit, met een iets gebogen rug, fanatiek te werken aan mijn bureau. Op een wiebelkruk want dat is goed voor mijn rug en met een horloge dat zegt dat het tijd is om op te staan. Dat is vast herkenbaar. En toch komt de uitspraak ook op werkdagen regelmatig voorbij in mijn hoofd.
Ook de figuurlijke paden zijn soms verraderlijk glad!
Als ik start met een nieuw project vraag ik altijd naar de gebaande paden. Naar de gewenste en logische routes, naar wat ingesleten is en wat hoort. Als ik dat weet, vraag ik naar de wens, naar wat ze zouden doen als alles mag of naar de informele organisatie. Opdrachtgevers moeten er over nadenken, maar glimlachen als ze merken welk antwoord zij gaan geven.
Herken je deze situatie: Je hebt een voorstel geschreven en weet dat dit aansluit op een van de missies in de organisatie. Volgens de formele route moet jouw voorstel via je teammanager naar jouw afdelingshoofd, wordt het besproken in het managementteam, krijg je het terug met de vraag aanpassingen te doen… Bij het lezen van deze zin heb je waarschijnlijk al geen zin meer om een voorstel te doen. Je weet dat dit nog maar het begin was van de route? Het gebaande pad is glibberig geworden door de belangen en afspraken waar jij geen invloed op hebt.
Wat gebeurt er als je net naast het pad gaat lopen? Niet haaks op het pad, want dan verstoor je de habitat van anderen en de ecologische waarden daar. Net naast het pad, waar je iets meer grip hebt. Is er bijvoorbeeld een manager van een andere afdeling die je al kan betrekken bij je voorstel?
Stel jezelf de vraag: “wat gebeurt er als ik nét naast het pad loop?”
Als projectmanager blijkt dat een project in een stroomversnelling komt, doordat ik het net anders aanpak. Als facilitator merk ik dat ik een doorbraak in een groep realiseer door de randen van de comfort zone op te zoeken. In gesprekken merk ik dat ik net andere informatie krijg, doordat ik net andere vragen stel.
De zekerheid en controle vind je niet op de paden. De snelheid en vastberadenheid komt van degene die net naast het pad durven te lopen.